Onderzoekers AIAR over hun drive: ‘Steeds innovatieve manieren om verslaving te onderzoeken’
Anneke Goudriaan en Marloes Derksen zijn allebei betrokken bij het Amsterdam Institute for Addiction Research (AIAR): Anneke als bijzonder hoogleraar en voorzitter, en Marloes als onderzoekscoördinator en onderzoeker van de Academische Werkplaats Verslaving. AIAR heeft nu een nieuwe website, met de laatste ontwikkelingen op het gebied van verslavingsonderzoek. Wat is typerend voor het AIAR en de aangesloten onderzoekers? Anneke en Marloes vertellen het.
Op de website van het AIAR zijn de laatste ontwikkelingen op het gebied van verslavingsonderzoek te vinden. Het onderzoeksinstituut verbindt innovatieve onderzoeksmethoden aan de klinische praktijk. De informatie op www.aiar.nl is dan ook relevant voor professionals in de verslavingszorg, zoals verslavingsartsen, psychologen en psychiaters. Ook voor onderzoekers is AIAR interessant. Het onderzoek bij AIAR omvat veel disciplines en bestrijkt het gehele spectrum: van fundamenteel tot heel toegepast.
Ambivalentie voor verandering
Anneke Goudriaan noemt zichzelf een onderzoeker in hart en nieren. ‘Als kind las ik de wetenschapsbijlage in de krant. Dat nieuwsgierige heb ik nog steeds: hoe zit iets in elkaar? Wat ik fascinerend vind aan verslaving: het begint vaak als iets prettigs, bijvoorbeeld drinken op een feestje. Langzaam verandert het in iets negatiefs, maar zo is het vaak niet begonnen. Dat positieve en negatieve zorgt vaak voor ambivalentie bij cliënten, voor verandering. Motiverende gespreksvoering is daarom zonder meer de basis van iedere behandeling voor middelenproblematiek.’
Het is een continue uitdaging om het ontstaan van verslaving te ontrafelen, vindt Anneke. ‘We weten dat erfelijkheid en hersenfuncties het ontstaan en verloop van verslaving beïnvloeden. Impulsiviteit is een belangrijke factor bij het ontstaan van verslaving, en meestal werk je daaraan met cognitieve gedragstherapie. Maar bij wie werkt cgt goed om die impulsiviteit te verminderen, en bij wie niet? Daar weten we nog vrij weinig over. Met transdisciplinair onderzoek willen we in nieuwe onderzoeksprojecten innovatieve methodes inzetten om beter te leren wat voor wie werkt, en zo tot een meer gepersonaliseerde behandeling te komen.’
Verslaving concreet onderzoeken
Het verbinden van innovatieve onderzoeksmethoden met praktijkstudies spreekt Anneke aan. ‘Verslaving onderzoek je aan de hand van gedrag. Dat kan heel concreet: in welke situaties gebruik je? Wanneer krijg je trek? Het meten van trek kun je bijvoorbeeld ook doen in iemands dagelijkse leven: deze methode heet ecological momentary assessment (EMA). Kun je bijvoorbeeld door EMA toe te passen, de invloed van craving of stress op terugval in gebruik verminderen? Dit onderzoeken we onder andere binnen ons nieuwe onderzoeksproject Optiblend.
‘Altijd bezig met vernieuwing’
Marloes Derksen is recent gepromoveerd op onderzoek naar het gebruik van mHealth (mobiele gezondheidsapplicaties) voor het ondersteunen van stoppen met roken bij kwetsbare vrouwen tijdens en na hun zwangerschap. Ze doet zelf onderzoek, ondersteunt andere onderzoekers en coördineert onderzoeken bij het AIAR. Zij vindt het hardnekkige van een verslaving interessant. ‘Roken, bijvoorbeeld, is een van de lastigste verslavingen om mee te stoppen. Bewezen effectieve interventies kunnen mensen helpen om succesvol te stoppen.’
‘Er is daarnaast nog veel nieuws te ontdekken: denk aan innovatieve manieren om onderzoek te doen, bijvoorbeeld het onderzoek dat wij doen met machine learning aan de hand van gegevens over het gebruik van eHealth (digitale gezondheidsapplicaties). In mijn werk ben ik altijd bezig met vernieuwing.’
Meer informatie beschikbaar in blended-behandeling
Een voorbeeld van innovatief onderzoek in de verslavingszorg is OptiBlend, dat onder meer onderzoekt hoe de blended-behandeling verbeterd kan worden. Blended-behandelen wordt steeds meer toegepast en is bij uitstek geschikt voor vernieuwende manieren van onderzoek naar de effectiviteit. Marloes: ‘Er is namelijk ook meer informatie beschikbaar – over hoe cliënten de online modules gebruiken, bijvoorbeeld. Zo weten we uit ons onderzoek met datascience-methoden binnen de Jellinek Zelfhulp-interventies met behulp van machine learning dat het gebruik van de eerste module in de eerste drie dagen een belangrijke voorspeller is voor het verdere gebruik van online behandeling.’
OptiBlend is een nieuwe studie die dit jaar van start gaat. Informatie daarover staat, naast resultaten van afgeronde onderzoeken, op de AIAR-website.
Lees meer over OptiBlend.